Zichzelf niet tegen ziektekosten indekken louter om anders te zijn dan andere mensen. Om zich levend te voelen. Twee jaar na scheiding van bed en tafel met zijn vrouw tientallen echtscheidingsdineetjes vieren om er samen goed uit te komen. Om elkaar af te kunnen katten. Een paar voorbeelden van Saul Karoo, een typisch figuur vol contradicties en met (misplaatste) principes.
Saul Karoo heeft bevestiging nodig. Op werkelijk alle fronten. Zijn mannelijkheid, zijn schrijftalent, de liefde, Het Bestaan, noem maar op. Aangezien hij die niet krijgt, doet hij dat maar zelf. Hij is een populaire scriptdokter die slechte filmscripts tot weergaloze Hollywood kaskrakers bewerkt. Op diezelfde manier bewerkt en regisseert hij zijn eigen leven- met wisselend succes. Dat geeft hem niks: zolang hij maar publiek heeft kan hij schitteren, zelfs al is het als kapitein op een zinkend schip, uiteraard heldhaftig op de brug.
Inmiddels is hij op een punt beland in zijn leven waarin hij zijn pseudo-zekerheid begint te betwijfelen. Zo danig opgegaan in zijn rollen waarin hij zichzelf acteert beseft hij dat hij niet meer weet wat echt is en gemeend. Karoo raakt de grip op zijn leven -voor zover hij die werkelijk had- steeds duidelijker kwijt. Zijn laatste opdrachtgever is een charismatisch man die hij krampachtig probeert te haten. Hij vindt bij toeval de biologische moeder van zijn stiefzoon Billy en zij belanden -door zijn eigen uitblijvende ingrijpen- in een merkwaardige driehoeksverhouding. Met dramatische gevolgen. Na een ongekend gelukkige periode gaat Karoo roemloos ten onder.
Anders dan de omslag misschien doet vermoeden is dit geen hilarische of satirische roman. Het boek wordt door de uitgever tragikomisch genoemd, maar het woord komisch kan beter helemaal weggelaten worden. Daarvoor is Saul Karoo te zielig en te lethargisch. Sterker nog, de plaatsvervangende schaamte is bijna onontkoombaar terwijl Karoo argeloos verslag doet van het noodlot waarop hij afstevent. Hij blijft hetzelfde kringetje frustrerend eindeloos draaien: zich aanpassen, falen, zich opnieuw aanpassen, weer falen, enzovoort. Welbeschouwd best knap als je met je kop onwrikbaar in het zand gestoken staat, maar het gaat wel irritant jeuken.
Jammer dat de auteur, Steve Tesich, zelf scriptschrijver in de jaren negentig van de vorige eeuw, zo’n ergerlijk pathetische toon heeft aangezet. Terwijl het uitgangspunt met wat meer afstand daadwerkelijk erg komisch, satirisch dan wel ironisch hád kunnen zijn. Nu is de grootste ironie nog wel dat Tesich stierf in 1996, twee jaar vóór hij de verschijning van zijn debuutroman Karoo mee kon maken. De overeenkomsten met zijn Saul Karoo zijn ook al pijnlijk.
Auteur(s): Steve Tesich
NUR: Vertaalde literaire roman, novelle
ISBN: 9789044623857
Paperback, € 19,95, 392 pagina's, 2013
Uitgever: Prometheus
ergelijk pathetisch vind ik het absoluut niet; Tesich zet hier een meesterwerk neer...jammer dat hij er zelf niet meer van kan genieten, groet L.S
BeantwoordenVerwijderenZeer genoten, een origineel verhaal met verrassend einde. Pathetisch, misschien. Maar is dat juist niet de bedoeling?
BeantwoordenVerwijderenMooie recensie!