Méér strategisch beschreven gevechten en prachtige
sfeertekeningen van ver over de huidige grenzen tot in de diepste -en
fataalste- uithoeken van het Romeinse Rijk in de eerste eeuw voor Christus. Ben Kane weet met De zilveren adelaar, het tweede deel van zijn spectaculaire
trilogie over het begin van de aftakeling van het Romeinse imperium, weer
mateloos te boeien.
Opgenomen in de tot "Het verloren legioen” gedoopte Romeinse
legereenheid moeten de drie vrienden Romulus,
Brennus en Tarquinius voor de Parthen vechten. Ze willen niets liever dan
terugkeren naar hun stad, maar omstandigheden leiden hen juist verder en verder van
Rome, helemaal tot aan de grens van India. Behalve de Scytische en Indiase
vijand moeten ze ook nog eens vrezen voor de vijand binnen eigen gelederen. Hun
strijdmakkers hebben namelijk ontdekt dat ze onsnapte slaven zijn en dús
oneervol. Ze worden veracht en zijn hun leven nu nergens meer zeker- opgepakte ontsnappers wacht
immers de doodstraf.
Romulus’ tweelingzuster Fabiola ondertussen maakt de teloorgang van de
Romeinse democratie van dichtbij mee. Als vrijgekochte slavin weet ze op tijd te
vluchten en zich bij haar minnaar Brutus, die voor zijn geliefde bevelhebber
Caesar aan het Gallische front strijdt, te voegen. Zo is Fabiola dichter bij Caesar
voor wie ze heimelijk diepe wraakgevoelens koestert, aangezien hij waarschijnlijk
haar moeder heeft verkracht. Als Caesar ook haar lastig valt, begint er een
vermoeden te rijzen welke kant Kane op wil in zijn interpretatie van het
verleden.
De woelige periode in het Eurazië van v. Chr. leent zich
er goed voor om Kane zijn lezers enerverende momenten en zijn drie helden
precaire avonturen te laten beleven. Van verraad en vergiftiging tot hinderlagen
en alles vertrappelende olifanten, van piraterij tot muiterij- elk hoofdstuk
eindigt met een knallende cliffhanger. Het ligt er misschien wel érg dik
op. Dit tweede deel berust beduidend meer op feitelijke gebeurtenissen en neemt
regelmatig grote sprongen in de tijd. Was er in het Verloren legioen sprake van 4 jaar tijdverloop, in dit vervolg
bestrijkt die maar liefst 12 jaar. Het heeft er veel van weg dat Kane leesdrang probeert te creëren bij de lezer door de wat drogere
uiteenzettingen continu af te wisselen met flinke spanningsuitschieters.
Eigenlijk helemaal niet nodig, want zowel de innerlijke als fysieke reis van
alle personages is meeslepend genoeg. Zo ook de verloop van de ons al bekende geschiedenis.
Hopelijk weidt Kane in het slotdeel van zijn trilogie
meer uit over het intrigerende Mithraïsme dat een sturende invloed heeft op de gebeurtenissen. Een onder Romeinse soldaten en
slaven in populariteit groeiend maar slechts gedoogd geloof in een god die
stond voor gelijkheid in rangen en standen. Ook Romulus, Tarquinius en Fabula
vestigen hun hoop op de goedheid van Mithras. Kane verwijst hier niet naar,
maar Mithras blijkt een mythologisch figuur die in diverse
opzichten sterk doet denken aan Jezus. Interessant wanneer je bedenkt dat de Kerstening
zorgde voor de definitieve ondergang van het Romeinse imperium, zo omstreeks 500 n. Chr.
Meermaals voorkomende taalfouten als
“zo weinig mogelijk” en “deze soort” en merkwaardige uitdrukkingen als
“lawaaierig slikken” –mogelijk aan de vertaling gelegen- storen helaas en hadden niet gehoeven. Dit verder te verwaarlozen manco wordt overigens prettig
gecompenseerd door de toegevoegde lijst met boeiende verklaringen van Latijnse
woorden en een door de auteur afgelegde verantwoording van zich veroorloofde
vrijheden in feit en fictie. Waren alle geschiedenislessen maar zo sappig.
ØØØØO
Auteur(s): Ben Kane
NUR: Literaire thriller
ISBN: 9789025369309
Paperback, € 19,95, 488 pagina's, 2012
Uitgever: Athenaeum-Polak & Van Gennep