Levensbeschrijving van Isaac Schuitenvoerder, de circusartiest die de veelbeproefde act van de figuur Domme August bedacht zou hebben en daarmee zijn carrière en de diverse circussen waarvoor hij optrad naar een hoger plan getrokken heeft.
Van oorsprong paardenartiest in een armzalig paardenspul realiseert Isaac zich dat hij meer in zijn mars heeft; méér applaus, meer erkenning en wat meer loon zijn z’n wensen. Met zijn originele act als Zeeuwse boer –later August- die als dronken toeschouwer de tribune afstommelt en de voorstelling verstoord weet hij die wensen te vervullen. Een van de meest gerenommeerde circussen, Carré, toen nog rondreizend, neemt hem in dienst. Optredens in heel Europa, optredens voor diverse koningshuizen: Isaac is een beroemdheid. Toch is het nooit genoeg. Concurrentie ligt altijd op de loer en de schromeloze navolging van zijn act maakt hem wrokkig. Vernieuwing najagen wordt zijn obsessie en zijn plaag. In zijn privéleven –voor zoverre je daarvan kunt spreken binnen een dergelijk artiestengezelschap- loopt het onherroepelijk bergafwaarts, met alle gevolgen van dien.
Het dramagehalte in deze roman is hoog, of beter; zóu hoog kunnen zijn. Wat het verhaal namelijk mist is een bepaalde spanningsboog. De hoofdstukken springen van jaartal naar jaartal op chronologische volgorde, soms met grote tijdgaten ertussen. Per hoofdstuk wordt gerecapituleerd wat er in tussenliggende periode is geschied en hoe Isaac er op dat moment voor staat. Het zijn de momenten waarop hij zijn creatieve invallen krijgt en beslissende besluiten neemt, maar op de een of andere manier raakte ik als lezer niet erg betrokken bij zijn leven, bij zijn gevoelens, zijn motieven. Isaac pakt van begin af de dingen niet handig aan, voor mijn gevoel als getekend door een stigma van gedoemde mislukking. En dat elk hoofdstuk opnieuw: het verloop van zijn leven werkt weinig verrassend. Als Isaac dan ten slotte tot het inzicht komt tevreden te kunnen zijn met zijn ‘lage’, anonieme status is dat nog de grootste verrassing.
De titel is mij ook niet duidelijk. Hoe ik het ook bekijk, er ís helemaal geen sprake van een geheim. Misschien wordt er met een geheim niet gedoeld op een raadsel, maar verwijst het naar het ongrijpbare dat de charme van circus Carré vormt. Zoiets als het geheime ingrediënt van oma’s bijzonder lekkere appeltaart zeg maar. En dat extra ingrediënt van Carré is dan natuurlijk Domme August. Toch niet helemaal lekker, deze verklaring. Waarschijnlijker is het dat de klinkende naam Carré in de titel de aandacht moet trekken voor het boek.
Wat precies mijn probleem vormt bij Het geheim van Carré. Isaac Schuitenvoerder vond ik tijdens het lezen helemaal niet sympathiek en soms zelf ronduit afstotend. Wanneer zet iemand hem nou eens op zijn plaats, wordt hij tot zelfinzicht gedwongen vroeg ik me steeds meer af. Eigenlijk intrigeerde directeur Oscar Carré – met zijn zakelijk instinct, de liefde voor zijn sterke vrouw, het aftroeven van de moordende concurrentie en zijn geslaagde droom van een stenen circus, zijn bijzondere humaniteit- mij veel meer. Helaas blijft hij een vaag en mysterieus bijfiguur. Naar mijn mening een gemiste kans, want tegen de –hoogst boeiende en herkenbare- achtergrond van historisch Amsterdam had er veel meer uit deze geschiedenis gehaald kunnen worden. Auteur David Bronkhorst is echter een nakomeling van Isaac Schuitenvoerder, dus is logisch dat hij zijn verre voorvader opvoert in zijn debuutroman. Jámmer dat hij ervoor gekozen heeft zich (volledig) te concentreren op Domme August. Aardig boek, maar na lezing een beetje thuiskomen van een kouwe kermis.
ØØØOO
Auteur(s): David Bronkhorst
NUR: Literaire roman, novelle
ISBN: 9789020412369
Paperback, € 19,95, 256 pagina's, 2011
Uitgever: Veen, L.J.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten